Dat intervisie een waanzinnige tool is om jouw kennis en kunde uit te breiden en je te laten reflecteren, hoeven wij je natuurlijk niet meer te vertellen. Ik hoop dat je weet hoe waardevol een intervisie voor jou is. Een intervisie wordt nog waardevolle wanneer je een goede casusomschrijving hebt. Hoe beter jouw casus en hoe gerichter jouw intervisieleervraag, hoe beter de andere deelnemers uit jouw intervisiegroep je kunnen helpen!
Wat is een goede casus?
De casus die je inbrengt bij de intervisie gaat altijd over een probleem dat zich voordoet. Dat kan een vraag, dilemma of uitdaging zijn. De casus omschrijf je altijd naar aanleiding van een concrete situatie die zich heeft voorgedaan op de werkvloer. Doorloop de volgende stappen om jouw casus helder te omschrijven en het beste uit jouw intervisie te halen!
Stap 1: Identificeer een relevant en actueel probleem
Reflecteer (kijk terug) op de afgelopen periode. Wat ging goed? Waar zou je verandering in willen hebben? Waar ben je tegenaan gelopen? Zorg ervoor dat jouw probleem altijd relevant en actueel is. Het mag nog niet opgelost zijn. Dan heb je de oplossing al gevonden en heeft de intervisie eigenlijk geen zin. Het heeft dus geen nut om iets in te brengen omdat 'je de andere deelnemers daarvan wil laten leren'. Tenzij de begeleider dit vooraf aangeeft omdat hij/zij met een andere methodiek wil werken (bijvoorbeeld het succesmodel). Kies de situatie uit die aansluit bij jouw persoonlijke ontwikkeling of iets waar je echt last van hebt.
Stap 2: Omschrijf de casus zo objectief mogelijk
Uiteindelijk wil je de groep iets vragen. Daarvoor stel je een intervisieleervraag op (zie stap 4). Het is belangrijk om eerst het probleem helder te hebben en vervolgens de casus te beschrijven voordat je de intervisieleervraag opstelt. Beschrijf de situatie waarin dit probleem naar voren kwam zo duidelijk en objectief mogelijk. Omschrijf de ruimte waar je was, wie er waren, met wie je in gesprek was, wat je dacht, hoe je gehandeld hebt en wat dit teweeg heeft gebracht (het uiteindelijke probleem).
Stap 3: Formuleer (voor jezelf) een helder leerdoel
Als je de casus hebt omschreven ga je door naar het doel. Wat wil je bereiken/wat wil je leren uit deze intervisie? Wil je extra handvatten of inzicht in jouw eigen handelen en denken? Is het voor jou belangrijk om te weten hoe anderen dit aanpakken zodat je deze handelingen kunt toevoegen aan jouw toolbox of wil je de groep met jou mee laten denken en een betere structurele oplossing voor het probleem binnen het team bewerkstelligen?
Pas wanneer je helder hebt wel doel jij hebt en waarom je deze casus wil bespreken, kun je een gerichte intervisieleervraag opstellen.
Stap 4: Stel een gerichte intervisieleervraag
Een intervisieleervraag geeft in 1 tot 3 zinnen weer waar jouw probleem en jouw vraag zit. Daarvoor hoef (en mag je) niet de hele casus vertellen. Stel jouw intervisieleervraag dus zo op dat je de kern pakt van jouw doelstelling gericht op jouw casus. Zodra jouw intervisieleervraag wordt ingebracht en uitgekozen in de intervisie, kun je de hele casus geven aan de overige deelnemers.
Wat is het verschil tussen een intervisieleervraag en een casus?
Als je snel wilt zien wat het verschil tussen een intervisieleervraag en een casus is, check dan deze video!
Voorbeelden
Voorbeeld 1
Casus: Afgelopen week was ik op het werk bezig met het afronden van mijn werkzaamheden. Collega's die overlopen vragen steeds vaker mijn hulp. Ik vind het lastig om hen niet te helpen. Het was 17.15 uur en terwijl ik normaal om 17.00 uur richting huis ga, voelde ik dat ik dit werk echt nog even moest afmaken. Het is zo druk de afgelopen tijd. Ik neem de stress mee naar huis en ben niet de ouder die ik wil zijn. Het werk groei me boven het hoofd en ik krijg geen gehoor bij mijn leidinggevende. Toen ik om 17.35 uur in de auto stapte, belde mijn man: waarom ik nog niet thuis was. Ik merkte niet eens dat ik nors naar hem reageerde. Hij werd boos en met een lang gezicht zaten we aan tafel met de kinderen het eten (te laat) op te eten. Ik merk dat ik op tijd thuis wil zijn, maar dan wel mijn hoofd vrij wil hebben om echt thuis te kunnen zijn. Dat lukt niet met de hoge werkdruk van dit moment.
Intervisieleervraag: Ik merk dat ik moeilijk nee kan zeggen. Hierdoor loop ik over van taken en krijg ik mijn werk niet af met alle gevolgen thuis vandien. Hoe kan ik dit veranderen?
Voorbeeld 2
Casus: Een werknemer die net aan boord is, komt bij me met de vraag om salarisverhoging. Hij is inmiddels ingewerkt en vindt dat hij wel meer kan gaan verdienen. Hij doet immers hetzelfde als zijn collega's, maar krijgt niet hetzelfde betaald. De resultaten zijn gelijk, de inzet is gelijk en dus vindt hij dat het salaris ook wel gelijk kan worden getrokken. Op basis van zijn ervaring is namelijk geen verschil in resultaten te zien. Ik merk dat ik bijna van mijn stoel geslagen werd toen hij me dit kwam vertellen. Wat had ik hierop in te brengen? Gesprekken over salaris vind ik meestal niet lastig omdat ik het goed kan voorbereiden. Maar deze had ik niet aan zien komen...
Intervisieleervraag: Op welke manier kan ik mijn werknemer op een vriendelijke manier duidelijk maken dat ik het op dit moment niet met hem over salarisonderhandelingen kan hebben?
Voorbeeld 3
Casus: Afgelopen jaar heb ik een zaak behandeld waarin de cliënt erg veel van mijn tijd vroeg. Telefoontjes, e-mails en gesprekken om dieper op de inhoud in te gaan en dat soms zelfs in twijfel te trekken. Ondanks dat ik de uren wel in rekening kon brengen bij de cliënt, koste het me veel tijd en energie om hem steeds te woord te staan. Ik merk dat die situatie mij zoveel heeft gedaan dat ik mensen met gelijke karaktertrekken nu op afstand houd.
Intervisieleervraag: Soms heb ik te maken met cliënten die erg veel tijd en energie slurpen. Hoe kan ik daar in de toekomst beter mee omgaan?
Voorbeeld 4
Casus: Mijn werknemer heeft zijn tijdelijke contracten doorlopen. Nu moet hij officieel een vast contract krijgen. Ik vind het moeilijk om het gesprek aan te gaan omdat ik hem eigenlijk geen vast contract wil geven.
Intervisieleervraag: Hoe pak ik een exit-gesprek goed aan?